De beginjaren
Vanaf het begin van de twintigste eeuw komen er steeds meer studenten vanuit Indonesië in Nederland studeren. De meesten gaan studeren aan de Leidse universiteit. In die plaats woont de al wat oudere een onderwijzer uit Sumatra die zijn studie vervolgt aan de kweekschool in Haarlem. Hij neemt het initiatief tot het oprichten van de . In de statuten heet het plechtig: “De Vereniging heeft ten doel het bevorderen van de belangen der Indiërs. De veereniging tracht dit doel te bereiken door het bevorderen van den omgang tusschen de Indiërs in Nederland en het aanmoedigen van Indiërs om in Nederland te komen studeeren.”
Wat opvalt is de term “Indiërs”. Kennelijk voelen de studenten zich geen “inlanders”, de dan juridische en gangbare term voor Indonesiërs. De eerste jaren kenmerkt de vereniging zich voornamelijk als een gezelligheidsclub. Naar buiten toe was de vereniging niet erg actief.
Dat verandert als in Nederland arriveert. Hij is samen met de andere bestuursleden van de verbannen uit Indonesië. Hij verlegt de koers van de vereniging van een gezelligheidsclub naar meer politieke betrokkenheid en steun aan een onafhankelijk Indonesië.