“Mijn nieuwe vriendin vond mij zo leuk ouderwets, misschien wel antiek. Maakt mij niets uit.”
Zo begint het verhaal dat Marjo of Zus Oostra op schrift stelt voor haar nieuwe buurvrouw en latere vriendin Helen. Het is een beknopt levensverhaal dat ze op een klein briefje heeft getypt. Helen is geïnteresseerd in de geschiedenis van Zus, maar die kan moeilijk praten over haar jeugd in Nederlands-Indië/Indonesië, haar verblijf in Japanse interneringskampen en de komst naar Nederland. Zelfs het opschrijven van haar herinneringen in de eerste persoon vindt Zus te pijnlijk. Ze vertelt haar verhaal vanuit het perspectief van haar koffer, “het koffertje”, dat haar vanaf de oorlog haar hele leven heeft vergezeld. Ze schenkt de koffer met het briefje aan Helen. “Het koffertje” krijgt een nieuwe eigenaar en “een nieuwe vriendin.”