Ga direct naar de content

Krijgsgevangene van Japan: het verhaal van Hans Bij

Van onze redactie, 18 september 2024Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden in Azië ongeveer 41.000 Nederlanders krijgsgevangen gemaakt door de Japanners. Achter zo’n cijfer gaan evenveel personen als verhalen schuil. Eén van deze geïnterneerde militairen was de jonge Hans Bij. Het verhaal over zijn gevangenschap en de levenslange gevolgen daarvan heeft hij opgetekend. Het is uitgegeven en bezorgd in 2011 door zijn dochter: als 'Bruintje Beer, Charlie Chaplin en opa : krijgsgevangene langs de Birma spoorweg,' Zij geeft de collectie van haar vader, bestaande uit foto’s, documenten en objecten, in bruikleen bij het Indisch Herinneringscentrum (IHC) voor het project Deltaplan collectieontsluiting oorlogsmusea en herinneringscentra, mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds.

Het begin

Hans wordt in 1923 geboren in op het eiland Bangka waar zijn vader hoofdonderwijzer is op een lagere school. Rond 1926 verhuist het gezin naar Bandung. Hij slaagt voor de HBS en wil scheikunde gaan studeren, maar dan wordt hij als achttienjarige opgeroepen voor de dienstplicht. Hij meldt zich bij het KNIL. Als de oorlog met Japan uitbreekt op 8 december 1941 wordt hij opgeleid bij het . Hij vindt de opleiding te theoretisch. Ze moeten eindeloos exerceren, maar krijgen nauwelijks schietoefeningen met hun nieuwe geweren. Er zijn geruchten dat de Japanners zijn geland op de noordkust van Java. De stemming onder de militairen is gespannen: “Nu wordt het menens, nu gaat het mis. En we zijn eigenlijk totaal ongetraind.”
Er volgt een chaotische situatie. Japanse infiltranten sluipen door de Javaanse bossen, Japanse vliegtuigen beschieten iedere militair die zich op een weg begeeft. Al die tijd heeft Hans geen bevelvoerend officier gezien. Hij is in Ciater als het KNIL op .

Krijgsgevangen

Voor Hans begint nu de tocht langs verschillende krijgsgevangenkampen. Eerst op Java. Na de oorlog beschrijft hij zijn ervaringen in het egodocument ‘Bruintje Beer, Charlie Chaplin en opa : krijgsgevangene langs de Birma spoorweg'. Bruintje Beer, Charlie Chaplin en Opa uit de titel zijn de bijnamen voor de Japanse kampcommandanten in de interneringskampen. Begin 1943 wordt hij getransporteerd naar Singapore. Hij schrijft: ‘In Singapore gaan we van boord en in open vrachtwagen rijden we naar het Changi kamp. Het lijkt hier wel een sprookje!! Overal groene grasvelden en nergens een Japanner te bekennen!!’
Het sprookje is van korte duur. Al vrij snel wordt Hans in een goederenwagon naar Non Pladuk in Thailand gebracht. Hier wordt hij te werk gesteld aan de beruchte .
De omstandigheden van de gevangenen is slecht: ‘De hele dag werd er tegen ons geschreeuwd en we werkten onder grote druk. Het eten was heel slecht en we leden honger. Als je ziek werd, moest gewoon doorwerken, alleen de ergste zieken konden in het kamp blijven.’
Ook Hans wordt ernstig ziek. Als de spoorweg klaar is, heeft hij dysenterie, beriberi, hartproblemen en pellagra.

Na de 'bevrijding'

Als Japan op 15 augustus 1945 capituleert, voelt dat niet als een bevrijding voor Hans. Het duurt tot april 1946 voor hij vanuit Bangkok met ziekteverlof naar Nederland wordt gestuurd. Het verlof is voorlopig voor zes maanden, zodat hij daarna in principe weer als KNIL militair terug moet om te vechten in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.
Zijn tijd in krijgsgevangenschap blijft zijn hele leven zwaar op hem drukken. Hans blijft last houden van angststoornissen. Dit heeft ook effect op zijn gezin. Dochter Hanneke schrijft: ‘Bij het minste of geringste raakte hij volkomen in paniek: vuurwerk, een bos sleutels die valt, een toeterende auto enz. In de rij bij de bakker staan was voor hem ook vreselijk.’

Na 76 jaar, in november 2021, krijgt Hans de Bij postuum een medaille uitgereikt door de burgemeester van Brielle. In oktober 2024 is zijn collectie door de erfgenamen geschonken aan het Omniversum-Museon in Den Haag.

Tekeningen Birma-Siam spoorweg